Cystic fibrosis related diabetes mellitus and lungtransplantation


I.M. IJgosse, H.W. de Valk

Chair(s): M.J.C. Wessels & J.M. Wierdsma

Thursday 9 march 2017

10:00 - 10:12h at Willem Pijperzaal

Categories: Parallel - Verpleegkundig

Parallel session: Parallelsessie X – Verpleegkundig


Cystic fibrosis is een erfelijke ziekte waarbij er gestoorde electrolytransport over de slijmvliezen is, vooral in de long. Dit proces leidt tot terugkerende infecties en verlies van longfunctie, vaak eindigend in longfalen (FEV1<30%). De helft van volwassen patiënten ontwikkelen diabetes: Cystic Fibrosis Related Diabetes (CFRD). Afgezien van schade door de diabetes, wordt hyperglycaemie als oorzaak gezien van verslechtering tijdens pulmonale infecties. Longtransplantatie (LTx) is de ultieme therapie voor longfalen. Insuline toediening en conventionele zelfmetingen van bloedglucoses door vingerprikken (SMBG) is niet altijd voldoende.

Methode:
We beschrijven een 34 jarige vrouw met CFRD. Patiënte werd behandeld met insulinepomptherapie, gekoppeld aan een continu glucose meting (CGM). In 2012 onderging patiënte haar LTx. Wegens verlaagd FEV1 en dreigende afstoting in december 2014, kreeg patiënte hoge doseringen steroïden en twee keer een afweeronderdrukkende behandeling. Tijdens deze periodes was patiënte niet in staat om te eten. Om deze reden werd sondevoeding gestart. Wegens angst voor hypoglycaemieen durfde patiënte weinig insuline te bolussen. Hiermee ontstonden grote glcuosefluctuaties. In januari 2016 onderging patiënte een her-transplantatie. In deze post-transplantatie periode was de glucose variabiliteit hoog.

Met patiënte werd in multidisciplinair verband besloten om te starten met een insulinepomp welke de insulinetoediening stopt en herstart op basis van de sensorwaarde. De verpleegkundig specialist (VS) diabetes nam in dit proces de regie. Door educatie en communicatie kon patiënte deze advanced technology adequaat toepassen.

Resultaat:
Insulinebehoefte van patiënte daalde van 45 naar 20,5 eenheden per dag. Hypoglycaemieen kwamen niet voor. Hyperglycaemieen waren acceptabel. Patiënte ervoer een groot zelfvertrouwen in haar diabetes.

Aanbevelingen voor de praktijk:
In samenspraak met de patiënt overwegen om bij kwetsbare patiënten pre- en posttransplantatie te starten met complexe insulinepomptherapie samen met CGM.